Wednesday, 20 July 2011

zomaar gekregen

Guido vertelt over de dag dat hij uitgenodigd werd door mijn neef en kennis maakte met mijn tante Bep die in juli 2010 is overleden:

'Zomaar gekregen
1966
Die woensdag werd de belangrijkste dag uit mijn leven....





....We liepen langs de bloemenwinkel waarbinnen het altijd zo stil is en het zo lekker ruikt en sloegen toen het brede pad in, dat tussen de VIVO en de bloemenwinkel loopt. En daar was het huis van Jan Piet. Het is net als bij mijn opa, er is wel een voordeur, maar die wordt niet gebruikt. Het is trouwens wel een hele mooie deur. Geel met heel veel glas. Wij liepen om naar de achterdeur  die toegang geeft tot de bijkeuken.
Alles was zo gek, heel anders dan bij ons thuis. 
Het was allemaal zo...
Er hing een schommel in de de bijkeukendeur en bij de drempel stonden tig klompen. Echte klompen. Aan de muur hing een plankje vol met sleuteltjes en er hingen zoveel kleurige jassen aan de lage kapstok....
Nadat ik het eindelijk had aangedurfd om mijn grauwe jas tussen de andere te hangen, begeleid door het vriendelijke gepraat van Bep en Jan Piet gebeurde er iets met mij.
Ik begon bijna te huilen door het overweldigende gevoel dat mij overkwam. Dit was nu geluk! 

....Ze hadden niets in de gaten en nodigden me uit aan de ronde tafel, even later zat ik met een dampende kop thee tegenover de moeder van Jan Piet, die me uit een gebloemde koektrommel een speculaasje aanbood. Gelijk met de thee dronk ik de kamer opnieuw in en probeerde te achterhalen waardoor dat fantastische gevoel -en die vreemde pijn- ontstond. Was het het gele zeil met de kleurige mat, de ronde tafel, de rieten stoelen, de gezellige boekenkast, die kast in de hoek met dat breimandje ernaast, of gewoon het licht wat aan twee kanten naar binnen kwam? Of was het misschien omdat de kamer, kamer en keuken tegelijk was of..?
En wat was de moeder van Jan Piet aardig. Wat praatte ze gezellig en wat had ze een aanstekelijke lach. Daar aan die tafel sloot ik haar in mijn hart, onvoorwaardelijk en voor altijd.
Even later maakte ik ook kennis met de vader van Jan Piet. Een grote man met een blozend gezicht, die ook al zo echt hartelijk was.
Ik wist die middag niet wat mij overkwam. Het was veel. Het was heel veel.

Jan Piet liet me na de theepauze de rest van het huis zien. En nu bleek dat alle kamers van zijn huis betoverd waren met die overdonderende sfeer. Ik snapte er niets van, was sprakeloos, maar dat viel niet zo op, want Jan Piet praatte honderduit over allerlei dingen die we tegenkwamen op onze tocht door het huis en ook later toen we over het kwekerijterrein liepen...het zwembadje, de bleek, de turfhoop, de kas van Klaassen, de olifant, de orangerie, het spoor...

Met de muziek van "Ja zuster, nee zuster" op de achtergrond, waarbij de moeder van Jan Piet samen met ons luidkeels meezong, speelden we een geweldig spannende sjoelwedstrijd, samen met Els en Wout, de zus en broer van Jan Piet, toen opeens mijn zusje in de kamer stond, die me vertelde dat het al half zeven was geweest en dat mama en papa behoorlijk boos waren. Even later vertrokken we, ieder met een grote stapel Flintstones onder de arm. Maar in mijn hart droeg ik iets anders mee, iets veel groters. En dat had ik gekregen....zomaar.

Bedankt Bep...jij wist niet wat je mij gaf, maar ik wel wat ik kreeg.'

Met dankbaarheid denk ik terug aan deze mensen uit mijn jeugd. En ik eer de doden door ze in mijn herinnering levend te houden.


1 comment:

  1. Prachtig... Geluk kan zomaar bij je binnenvallen... Als het er mag zijn...

    ReplyDelete